Jaarverslag 2024

Toelichting op de jaarrekening

Algemene toelichting


Activiteiten

Stichting Dunamare Onderwijsgroep, statutair gevestigd aan de Diakenhuisweg 5 te Haarlem (KVK 34277470), is een stichting met de status van onderwijsinstelling. Dunamare heeft conform artikel 4.1 van de statuten tot doel: ‘het in stand houden van openbare en bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs’.

Het bestuursnummer van Dunamare is 41664. De hierin meegenomen BRIN-nummers zijn 01KL, 02KM, 02YH, 13JF, 15NE, 18EC, 19EQ, 19TI, 20EK, 20RC, 20RF, 25FU, en 26JE.

Verslaggevingsperiode

Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2024, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2024.

Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening


Toegepaste grondslagen

De jaarrekening is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO). Hierin is bepaald dat de bepalingen uit Titel 9 van Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 400 ‘Bestuursverslag’ en 660 ‘Onderwijsinstellingen’) van toepassing zijn, met inachtneming van de in de RJO aangeduide uitzonderingen.

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen.


Continuïteit

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Er is geen sprake van materiële onzekerheid inzake de continuïteit.


Stelselwijziging ‘kosten van groot onderhoud via onderhoudsvoorziening’ naar ‘kosten van groot onderhoud verwerken als materieel vast actief’

Tot en met 2023 werd ten behoeve van de onderhoudsvoorziening gebruik gemaakt van de tijdelijke regeling zoals opgenomen in alinea 660.601 van de RJ. De tijdelijke regeling stond onderwijsinstellingen toe om, in afwijking van hoofdstuk 212 Materiële vaste activa, paragraaf 4, alinea 451 van de RJ, voor de verslagjaren 2018 tot en met 2023 de jaarlijkse toevoegingen aan de voorziening voor groot onderhoud te bepalen o.b.v. het geplande groot onderhoud gedurende de gehele planperiode. Dit werd berekend op het niveau van het onderwijspand, gedeeld door het aantal jaren van de planperioden, mits deze methode al in 2017 werd toegepast en de voorziening voor groot onderhoud gedurende de planperiode niet op enig moment negatief werd (de zogenoemde egalisatiemethode).

Met ingang van 1 januari 2024 kan niet langer gebruik gemaakt worden van deze tijdelijke regeling. De onderhoudsvoorziening wordt vanaf 1 januari 2024 bepaald in overeenstemming met de alinea’s 448, 449 en 450 van hoofdstuk 212 Materiële vaste activa. Dit houdt in dat de kosten van groot onderhoud worden geactiveerd en afgeschreven gedurende de gebruiksduur van het onderhoudscomponent.

De effecten van de stelselwijziging zijn in overeenstemming met richtlijn 660.603 lid 3 retrospectief verwerkt vanaf huidig boekjaar. Dit leidt tot een vrijval van de onderhoudsvoorziening en een rechtstreekse mutatie in het eigen vermogen per begin boekjaar 2024. De vergelijkende cijfers zijn in overeenstemming met richtlijn 660.604 niet aangepast. De stelselwijziging heeft de volgende betekenis op de individuele posten in de jaarrekening 2024 (stand 1 januari 2024):

Voorziening groot onderhoud1-1-2024
Voorziening groot onderhoud voor stelselwijziging€ 23.247.445
Mutatie als gevolg van stelselwijziging€ -23.247.445
Voorziening groot onderhoud na stelselwijziging€ -
Eigen vermogen1-1-2024
Eigen vermogen voor stelselwijziging€ 53.113.046
Mutatie als gevolg van stelselwijziging€ 23.257.445
Eigen Vermogen na stelselwijziging€ 77.360.491

De effecten van de stelselwijziging op het resultaat van het huidige boekjaar 2024 bedragen:

  • geen dotatie aan de voorziening groot onderhoud voor € 2.982.922 
  • hogere afschrijving materiële vaste activa voor ongeveer € 23.000 


Grondslagen voor waardering van activa en passiva en resultaatbepaling


Algemeen

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en verplichtingen zijn gebaseerd op de historische kosten, tenzij anders vermeld.


Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen, worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen rechten.


Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen, worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen.


Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of er sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit, wordt uitgegaan van de economische voordelen en risico’s die zich naar alle waarschijnlijkheid in de praktijk zullen voordoen, en niet van voordelen en risico’s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich zullen voordoen.


Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de staat van baten en lasten opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie.


Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.


Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.


Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn verspreid.

Presentatie en functionele valuta


De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s. De euro is tevens de functionele valuta van de instelling. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde hele getal.



Schattingen


De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen (vooral post voorzieningen) en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het bestuur het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:

inschatting van de omvang en timing van uitgaven van groot onderhoud voor rekening van de instelling in toekomstige jaren ten behoeve van de bepaling van de voorziening groot onderhoud;

inschattingen met betrekking tot de bepaling van personele voorzieningen, met name blijfkans van medewerkers, geschatte duur van uitkeringen, herstelkansen bij ziekte en indexatie;

vaststellen afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa.

Voor effecten van eventuele schattingswijzigingen in het huidige boekjaar is dit opgenomen in de toelichting bij de betreffende jaarrekeningpost.



Financiële instrumenten


Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten, handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: leningen en financieringsverplichtingen, handels- en overige vorderingen, handelsschulden en overige te betalen posten, en afgeleide financiële instrumenten.

Financiële activa en financiële verplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment dat contractuele rechten of verplichtingen ten aanzien van dat instrument ontstaan.

Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot de positie aan een derde zijn overgedragen.

Financiële instrumenten worden bij eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

Er is geen sprake van in contracten besloten financiële instrumenten.

De vervolgwaardering van de financiële instrumenten zijn in het vervolg van deze grondslagen beschreven.


Vorderingen

Vorderingen en overlopende activa worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De effectieve rente en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen worden direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Aan- en verkopen van financiële activa die tot de categorie verstrekte leningen en overige vorderingen behoren, worden verantwoord op de transactiedatum.


Langlopende en kortlopende schulden

Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. De effectieve rente wordt direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt.

De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.

Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder meerjarige (OCW-)subsidies met bestedingsverplichtingen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van (meerjarige) (OCW-)subsidies met bestedingsverplichtingen wordt het nog-niet-bestede gedeelte op deze post aangehouden op de balans. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. (Meerjarige) (OCW)-subsidies zonder bestedingsverplichting worden direct ten gunste van het resultaat gebracht in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, met uitzondering van subsidies voor een schooljaar die naar rato van het schooljaar worden besteed.


Bijzondere waardeverminderingen financiële activa

Financiële activa die niet individueel onderhevig zijn gebleken aan bijzondere waardevermindering worden collectief beoordeeld of deze onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering, dit door samenvoeging van vorderingen met vergelijkbare risicokenmerken. Bij de beoordeling van de collectieve waardevermindering gebruikt de stichting historische trends met betrekking tot de waarschijnlijkheid van het niet nakomen van betalingsverplichtingen. De uitkomsten worden bijgesteld als de leiding van de stichting van oordeel is dat de huidige economische en kredietomstandigheden zodanig zijn dat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke verliezen hoger dan wel lager zullen zijn dan historische trends suggereren.

De boekwaarde van vorderingen wordt verminderd met de voorziening voor dubieuze debiteuren. Vorderingen die niet incasseerbaar zijn, worden afgeboekt van de voorziening. Andere toevoegingen en onttrekkingen aan de voorziening worden in de staat van baten en lasten verantwoord.


Saldering van financiële instrumenten

Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als de stichting beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om het financiële actief en de financiële verplichting gesaldeerd af te wikkelen en de stichting het stellige voornemen heeft om het saldo als zodanig netto of simultaan af te wikkelen.

Als sprake is van een overdracht van een financieel actief dat niet voor verwijdering uit de balans in aanmerking komt, worden het overgedragen actief en de daarmee samenhangende verplichting niet gesaldeerd.

Immateriële vaste activa


Immateriële vaste activa worden in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige voordelen die dat actief in zich bergt, zullen toekomen aan de entiteit en de kosten van dat actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen.

De grondslagen voor de vaststelling en verwerking van bijzondere waardeverminderingen zijn opgenomen onder het kopje Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa.

Ontwikkelingskosten

Onder de ontwikkelingskosten worden kosten geactiveerd van extern ontwikkelde software. De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De afschrijving vindt plaats volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur van 4 jaar.

Materiële vaste activa


Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan de entiteit en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte gebruiksduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs (lineaire methode), rekening houdend met eventuele restwaarde. Afschrijving vindt plaats vanaf het moment van ingebruikname en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling of bij afstoting.

De aangewende investeringssubsidies worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de materiële vaste activa.

Buiten gebruik gestelde activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.


Gebouwen en terreinen

De schoolgebouwen zijn eigendom van de gemeentes, m.u.v. onze gebouwen in Harlingen. De geactiveerde bedragen onder ‘Gebouwen en terreinen’ betreffen derhalve investeringen in nieuwbouw en verbouwingen die hebben plaatsgevonden voor eigen rekening van de stichting. De volgende afschrijvingstermijnen worden hiervoor gehanteerd:

  • Nieuwbouw:    30 jaar (3,33%)
  • Verbouw:          20 jaar (5%)

Gedurende het jaar wordt getoetst of zich zodanige wijzigingen hebben voorgedaan in schattingen en veronderstellingen van activa dat een aanpassing van de gebruiksduur noodzakelijk is.

Vanwege de onbeperkte gebruiksduur wordt op terreinen niet afgeschreven.


Inventaris en apparatuur/andere vaste bedrijfsmiddelen

De afschrijvingstermijn wordt gebaseerd op de geschatte economische levensduur. Op grond hiervan zijn de volgende afschrijvingstermijnen vastgesteld:

  • ICT-middelen:                    4 jaar         (25%)
  • Apparatuur:                        7 jaar         (14%)
  • Inventaris:                         15 jaar         (6,67%)
  • Schepen:                     7 - 20 jaar         (5-14%)
  • Transportmiddelen:        7  jaar         (14%)


In uitvoering en vooruitbetalingen

De vooruitbetalingen in uitvoering worden opgenomen tegen vervaardigingskosten. Na afronding van de projecten worden de gelden van de overheid die ter financiering zijn ontvangen, op de investeringsuitgaven op het betreffende project in mindering gebracht. Op deze categorie wordt niet afgeschreven.


Vervreemding van vaste activa

Voor verkoop beschikbare vaste activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.


Groot onderhoud
Met ingang van 2024 worden kosten voor groot onderhoud geactiveerd onder de materiële vaste activa. Tot en met 2023 werd er voor kosten van groot onderhoud een voorziening groot onderhoud gevormd. Zie voor een nadere toelichting paragraaf ‘Stelselwijziging’ onder de algemene grondslagen.
Voor het onderhoud zijn de volgende afschrijvingstermijnen vastgesteld:

  • Bouwkundige elementen                          20 jaar (5%)
  • Grote installaties                                         20 jaar (5%)
  • Kleine installaties                                        10 jaar (10%)
  • Binnenafwerking                                          15 jaar (15%)
  • Levensduurverlengend onderhoud       40 jaar (2,5%)
  • Onderhoud aan terrein                               20 jaar (5%)


Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa


Voor materiële en immateriële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.

Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restantverlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden.

Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroom-genererende eenheid) geschat.

Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of de kasstroom-genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of de kasstroom-genererende eenheid) zou zijn verantwoord.

Liquide middelen


Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien liquide middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee rekening gehouden bij de waardering.



Eigen vermogen


Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves, bestemmingsreserves en wettelijke reserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De algemene reserve geldt ter waarborging van de continuïteit van de totale Dunamare onderwijs op de langere termijn.

De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperkte bestedingsmogelijkheid, waarbij de beperking door het bestuur is aangebracht.


Bestemmingsreserve Nationaal Programma Onderwijs

In de periode van het Nationaal Programma Onderwijs, voor het eerst in 2021, zijn er gelden ontvangen inzake het Nationaal Programma Onderwijs. Deze ontvangen gelden zijn volledig in de baten van het boekjaar genomen conform de Handreiking verantwoording Nationaal Programma Onderwijs. De niet in het boekjaar bestede middelen zijn toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Deze gelden uit de bestemmingsreserve worden ingezet conform de doelstelling van het Nationaal Programma Onderwijs. Het bestuur heeft deze beperking aangebracht.


Bestemmingsreserve Steunfonds (LWOO)

In 2022 heeft het Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland een eerste bijdrage gedaan t.b.v. het opvangen van de toekomstige lagere bijdrage LWOO vanuit het Rijk. De reserve zal de komende jaren toenemen door bijdragen vanuit het samenwerkingsverband tot aan 2025. Dunamare bepaalt daarna zelf het jaarlijks in te zetten bedrag, overgangsperiode en verdeling onder de LWOO-scholen in Zuid-Kennemerland vanuit deze bestemmingsreserve.


Wettelijke reserve

Een wettelijke reserve voor geactiveerde ontwikkelingskosten is verplicht op basis van artikel 2:373 lid 4 BW. Investeringen in ontwikkelingskosten onder de immateriële activa zijn in deze reserve opgenomen als afzonderlijk component van het eigen vermogen. Deze wettelijke reserve muteert ter hoogte van de mutaties in de boekwaarde van de geactiveerde ontwikkelingskosten als gevolg van (des)investeringen en afschrijvingen daarop.

Voorzieningen


Algemeen

Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen en voorziening groot onderhoud gepresenteerd.

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van de verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.

Tenzij anders vermeld worden voorzieningen tegen contante waarde opgenomen.


Personele voorzieningen


Voorziening ADV Spaarverlof

Deze voorziening is gevormd om verplichtingen op te vangen van opgebouwd recht op spaarverlof. De voorziening wordt gewaardeerd tegen het totaal aantal gespaarde uren spaarverlof maal een gemiddeld uurtarief per functiecategorie. Het uurtarief is gebaseerd op bijlage 5 ‘Regeling spaarverlof voortgezet onderwijs’ van de CAO VO. Vanwege de geringe looptijd van deze voorziening is het effect van tijdswaarde niet materieel en is deze voorziening op nominale waarde gewaardeerd.


Voorziening langdurig zieken

Een voorziening langdurig zieken wordt gevormd indien op balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de werknemer is door ziekte of arbeidsongeschiktheid naar verwachting gedurende het resterende dienstverband geheel of gedeeltelijk niet in staat om werkzaamheden te verrichten;
  • deze ziekte of arbeidsongeschiktheid zal naar verwachting gedurende het resterende dienstverband niet worden opgeheven;
  • de werkgever heeft de verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan de betreffende werknemer en deze betalingen komen direct voor rekening van de werkgever. Hierbij wordt rekening gehouden met revalidatiekansen.

De voorziening wordt bepaald op basis van de groep medewerkers die per balansdatum langer dan 3 maanden ziek is. Hiervoor is ingeschat wat de verwachte herstelkans gedurende het resterende dienstverband is. De berekening is gebaseerd op de nominale waarde van de geschatte loondoorbetalingsperiode, rekening houdend met het ziektepercentage, de verwachte herstelkans, het salaris en eventuele kortingen die op basis van de CAO na een bepaalde ziekteperiode worden toegepast. Vanwege de geringe looptijd van deze voorziening is het effect van tijdswaarde niet materieel en is deze voorziening op nominale waarde gewaardeerd.


Voorziening jubilea

De voorziening jubilea betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. Medewerkers hebben recht op een jubileumuitkering bij een dienstverband van 25 en 40 jaar.

De voorziening betreft het geschatte bedrag van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op de contante waarde van de gedane toezeggingen, rekening houdend met de blijfkansen, opgebouwde diensttijden in het onderwijs, leeftijd, verwachte pensioendatum, het huidige salaris en de verwachte toekomstige salarisontwikkelingen. De actuele marktrente is ultimo 2024: 2,59%. We hanteren derhalve een discontering van 2,59% in de berekening van de voorziening. Het financieel effect is toegelicht bij de toelichting van de voorziening.


Voorziening WW/WOVO

Ten aanzien van voormalig medewerkers die een uitkering van het UWV ontvangen op grond van de wachtgeldregeling (WW) en/of bovenwettelijke regelingen (WOVO), komen de kosten van deze uitkeringen voor 25% voor eigen rekening van de instelling. Voor de toekomstige verplichtingen die hieruit volgen voor de instelling is een voorziening opgenomen in de balans. De voorziening is gebaseerd op het aantal deelnemers aan de regeling, de bestaande uitkeringsrechten/-verplichtingen, en de verwachte duur van de uitkering. Vanwege de geringe looptijd van deze voorziening is het effect van tijdswaarde niet materieel en is deze voorziening op nominale waarde gewaardeerd.


Voorziening recuperatieverlof

Ingevolge de CAO vo en de CAO po hebben de meeste medewerkers jaarlijks recht op een persoonlijk verlofbudget dat zij kunnen besteden in het kader van levensfasebewust personeelsbeleid (vo) en duurzame inzetbaarheid (po). De betreffende saldi kunnen ook worden gespaard, zodat na enkele jaren een totaalsaldo als verlof kan worden opgenomen. Bij opname van dit verlof zal mogelijk vervanging moeten worden geregeld. Na inventarisatie van de door medewerkers gemaakte keuzes, is hiervoor een voorziening gevormd.

Waardering vindt plaats op basis van de gespaarde uren maal het geldende uurtarief van de medewerkers.

De uren ouder dan 4 jaar worden gefixeerd tegen het dan geldende uurtarief. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde. De actuele marktrente is ultimo 2024: 2,59%. Er is echter sprake van een beperkte indexering en beperkt contant maken door de fixatie na 4 jaar van de uurtarieven conform de CAO VO. Daardoor is het financieel rente-effect van deze voorziening in 2024 niet materieel.


Voorziening WAB

Op 1 januari 2020 is de nieuwe Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) in werking getreden ter vervanging van de Wet werk en zekerheid (WWZ). Dit houdt in dat bij tijdelijke contracten waarbij het bij het aangaan van het contract zeer waarschijnlijk is dat het contract niet zal worden verlengd, er een transitievergoeding dient te worden uitbetaald aan de medewerker. De voorziening wordt gevormd middels de nieuwe berekening van de transitievergoeding op medewerkersniveau maal het kanspercentage dat een medewerker geen verlenging krijgt. Vanwege de geringe looptijd van deze voorziening (maximaal één tot twee jaar) is het effect van tijdswaarde niet materieel en is deze voorziening op nominale waarde gewaardeerd.


Voorziening generatieregeling

De voorziening Generatieregeling is in 2021 gevormd om verplichtingen op te vangen voor medewerkers die deelnemen aan de Generatieregeling van Dunamare. De Generatieregeling biedt de mogelijkheid voor medewerkers van 60 jaar en ouder om minder te werken met behoud van salaris met een eigen bijdrage van 75% daarin van de werknemer. De voorziening wordt jaarlijks bepaald door van de deelnemende medewerkers, de kosten aan werkgeversbijdrage (25%) te berekenen van het nog resterende aantal maanden tot aan pensioenleeftijd. Deze bijdrage is inclusief werkgeverslasten en indexatie. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde. De actuele marktrente is ultimo 2024: 2,59%. We hanteren derhalve een discontering van 2,59% in de berekening van de voorziening. Het financieel effect is toegelicht bij de toelichting van de voorziening.

Rijksbijdragen


Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor de personele en materiële exploitatie opgenomen verstrekt door het ministerie OCW. De ontvangen (normatieve) rijksbijdragen uit hoofde van de basisbekostiging (lumpsum) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft (in het jaar van toewijzing) volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten.

Niet-geoormerkte OCW-subsidies (subsidies die volledig vrij besteedbaar zijn) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten.

Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (G1-doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekening-clausule heeft) worden naar rato van de voortgang (%) van de gesubsidieerde activiteiten verwerkt in de staat van baten en lasten. De subsidies waarvoor nog niet (alle) activiteiten (prestaties) zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de vooruitontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen.

Geoormerkte OCW-subsidies (G2-doelsubsidies met verrekening-clausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de werkelijke subsidiabele lasten komen (naar rato van de aan het verslagjaar toe te rekenen werkelijke subsidiabele uitgaven). Niet bestede middelen worden verantwoord onder de vooruitontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord als schuld aan het ministerie van OCW onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn (subsidietijdvak) is verlopen op balansdatum (terugvordering door OCW).

De doorbetaalde rijksbijdragen vanuit samenwerkingsverbanden worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar van toewijzing, tenzij toerekening naar schooljaar plaatsvindt  (in plaats van per kalenderjaar) of tenzij sprake is van een concreet bestedingsplan voor de periode na balansdatum.

Overheidsbijdragen en -subsidies


Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden  ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. De vooruit ontvangen bedragen (zowel kort- als langlopend) worden onder de overlopende passiva opgenomen.

Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief.



Overige baten


Overige baten bestaan uit baten uit verhuur, ouderbijdragen, detacheringen, projectgelden en overige baten. Huuropbrengsten van sportzalen/lokalen worden lineair in de staat van baten en lasten opgenomen gedurende de looptijd van de huurovereenkomst.

De ouderbijdragen worden evenredig toegerekend aan het schooljaar (voor deze jaarrekening 7/12-deel van schooljaar 2023-2024 en 5/12-deel van schooljaar 2024-2025).

Overige baten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

Personeelsbeloningen


De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting.

Voor de beloningen met opbouw van rechten, sabbatical leave, bonussen worden de verwachte lasten gedurende het dienstverband in aanmerking genomen. Een verwachte vergoeding ten gevolge van bonusbetalingen wordt verantwoord indien de verplichting tot betaling van die vergoeding is ontstaan op of vóór balansdatum en een betrouwbare schatting van de verplichtingen kan worden gemaakt. Ontvangen bijdragen voortvloeiend uit levensloopregelingen worden in aanmerking genomen in de periode waarover deze bijdragen zijn verschuldigd. Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht.

Indien een beloning wordt betaald, waarbij geen rechten worden opgebouwd (bijvoorbeeld doorbetaling in geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid) worden de verwachte lasten verantwoord in de periode waarover deze beloning is verschuldigd. Voor op balansdatum bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen (inclusief ontslagvergoedingen) aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid wordt een voorziening opgenomen.

De verantwoorde verplichting betreft de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichting op balansdatum af te wikkelen. De beste schatting is gebaseerd op contractuele afspraken met personeelsleden (CAO en individuele arbeidsovereenkomsten).

Toevoegingen aan en vrijval van verplichtingen worden ten laste respectievelijk ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht.


Pensioenen

Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies.

De stichting heeft een toegezegde pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte en contractuele basis premies betaald aan de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs.

Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 110%, vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn.

Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

De beleidsdekkingsgraad van het ABP-pensioenfonds bedraagt per 31 december 2024: 111,9% (2023: 110,5%).

Dunamare onderwijs heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies.

Dunamare heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.


Ontslagvergoedingen

Ontslagvergoedingen zijn vergoedingen die worden toegekend in ruil voor de beëindiging van het dienstverband. Een uitkering als gevolg van ontslag wordt als verplichting en als last verwerkt als de instelling zich aantoonbaar onvoorwaardelijk heeft verbonden tot betaling van een ontslagvergoeding. Als het ontslag onderdeel is van een reorganisatie, worden de kosten van de ontslagvergoeding opgenomen in een reorganisatievoorziening.

Ontslagvergoedingen worden gewaardeerd met inachtneming van de aard van de vergoeding. Als de ontslagvergoeding een verbetering is van de beloningen na afloop van het dienstverband, vindt waardering plaats volgens dezelfde grondslagen die worden toegepast voor pensioenregelingen.

Andere ontslagvergoedingen worden gewaardeerd op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichting af te wikkelen.

Leasing


De stichting kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren als operationele lease. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Classificatie van de lease vindt plaats op het tijdstip van het aangaan van de betreffende leaseovereenkomst.


Operationele lease

Als de stichting optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de staat van baten en lasten gebracht.


Financial lease

Dunamare onderwijs heeft geen financialleaseverplichtingen.



Rentebaten en soortgelijke opbrengsten en rentelasten en soortgelijke kosten


Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren.

Agio, disagio en aflossingspremies worden verantwoord als rentelast in de periode waartoe zij behoren. De toerekening van deze rentelast en de rentevergoeding over de lening is de effectieve rente die in de staat van baten en lasten wordt verwerkt. In de balans is (per saldo) de amortisatiewaarde van de schuld(en) verwerkt. De nog niet in de staat van baten en lasten verwerkte bedragen van het agio en de al in de staat van baten en lasten verwerkte aflossingspremies worden verwerkt als verhoging van de schuld(en) waarop ze betrekking hebben. De nog niet in de staat van baten en lasten verwerkte bedragen van het disagio worden verwerkt als verlaging van de schuld(en) waarop ze betrekking hebben.

Bepaling reële waarde


De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.

De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.



Verbonden partijen


Transacties met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Van deze transacties wordt de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht toegelicht.



Gebeurtenissen na balansdatum


Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening.

Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening.



Kasstroomoverzicht


Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het saldo van baten en lasten aangepast voor posten van de staat van baten en lasten die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de posten van het werkkapitaal en posten van de staat van baten en lasten waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten.

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten.

De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde rente (opgenomen onder operationele  activiteiten).

Toelichting op de balans per 31 december 2024

1.1 Immateriële vaste activa

Ontwikkelingskosten
Stand per 1 januari 2024
Aanschafprijs 532.988
Afschrijving cumulatief -411.080
Boekwaarde 121.908
Mutaties
Investeringen -
Aanschafwaarde desinvesteringen -17.243
Afschrijvingen -68.858
Cumulatieve afschrijving desinvesteringen 17.243
Saldo -68.858
Stand per 31 december 2024
Aanschafprijs 515.746
Afschrijving cumulatief -462.696
Boekwaarde 53.050
Dit betreft externe ontwikkeling van software.

1.2 Materiële vaste activa

Gebouwen en terreinen Onderhoud Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfs- middelen In uitvoering en vooruit- betalingen Totaal
Stand per 1 januari 2024
Aanschafprijs 40.668.758 - 40.288.280 4.772.178 18.042.688 103.771.903
Afschrijving cumulatief -17.942.329 - -24.178.823 -4.088.714 - -46.209.866
Boekwaarde 22.726.429 - 16.109.457 683.464 18.042.688 57.562.037
Mutaties
Investeringen 889.531 903.274 3.444.293 115.305 10.456.941 15.809.344
Ingebruikname activa in uitvoering 20.486.513 - 2.017.778 - -22.504.290 -
Aanschafwaarde desinvesteringen -4.291.129 - -3.841.369 -72.487 - -8.204.985
Afschrijvingen -2.237.978 -22.984 -3.552.762 -197.632 - -6.011.356
Cumulatieve afschrijving desinvesteringen 2.694.829 - 3.619.846 57.914 - 6.372.589
Saldo 17.541.765 880.291 1.687.786 -96.900 -12.047.350 7.965.592
Stand per 31 december 2024
Aanschafprijs 57.753.672 903.274 41.908.981 4.814.995 5.995.338 111.376.261
Afschrijving cumulatief -17.485.722 -22.984 -24.116.715 -4.228.431 - -45.853.852
Boekwaarde 40.267.951 880.291 17.792.266 586.564 5.995.338 65.522.410

De materiële vaste activa zijn in 2024 voornamelijk gemuteerd door investeringen in diverse huisvestingsprojecten. Deze zijn vanuit de ‘activa in uitvoering en vooruitbetalingen’ door het gereedkomen van het project geactiveerd naar de overige onderdelen van de materiële vaste activa. In 2024 is onder andere de nieuwbouw Harlingen in gebruik genomen en geactiveerd. Tevens is er een nieuwe activacategorie ‘Onderhoud’ bijgekomen vanwege de stelselwijziging voor het verwerken van kosten van groot onderhoud per 2024. Zie ook paragraaf ‘Stelselwijziging’ in de algemene grondslagen.

1.5 Vorderingen

31-12-2024 31-12-2023
Debiteuren 202.182 140.975
OCW 6.505 48.153
Overige overheden 1.146.146 24.554
Ouderbijdragen 404.385 458.816
Overige vorderingen 996.312 1.665.005
Overlopende activa 5.517.005 4.326.837
Af: Voorziening wegens oninbaarheid - -
Totaal 8.272.534 6.664.340

De boekwaarde van de opgenomen vorderingen benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de vorderingen en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.

Debiteuren

31-12-2024 31-12-2023
Handelsdebiteuren 202.182 140.975
Af: voorziening dubieuze debiteuren - -
Totaal 202.182 140.975

In de vorderingen op handelsdebiteuren zijn geen bedragen begrepen met een looptijd langer dan 1 jaar. Alle overige vorderingen hebben een looptijd met naar verwachting korter dan 1 jaar.

Overige overheden (met de vordering op gemeentes)

31-12-2024 31-12-2023
Vordering op gemeentes 1.146.146 24.554
Totaal 1.146.146 24.554

De post vorderingen op overige overheden betreft vorderingen op gemeentes. Ultimo 2024 zijn deze vorderingen hoger dan 2023 omdat ultimo 2024 de nog te ontvangen ESF-subsidies van circa € 0,5 miljoen hier staan opgenomen evenals de vergoedingen van de gemeenten voor huur en bouwprojecten van circa  € 0,5 miljoen.

Overige vorderingen

31-12-2024 31-12-2023
Rente Schatkistbankieren 402.976 574.035
Nog te ontvangen bedragen - overige subsidies 322.491 655.734
Nog te ontvangen bedragen - samenwerkingsverbanden 44.131 219.765
Nog te ontvangen bedragen - overig 226.714 215.470
Totaal 996.312 1.665.005

De nog te ontvangen bedragen betreffen een momentopname. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt doordat ultimo 2024 reeds bedragen zijn ontvangen t.a.v. openstaande subsidies van vorig jaar. Daarnaast wordt in 2024 het nog te ontvangen bedrag ESF-subsidie bij de vordering op gemeenten gepresenteerd (€ 0,5 miljoen) in tegenstelling tot voorgaand jaar.

Overlopende activa

31-12-2024 31-12-2023
Nog te ontvangen bedragen - overig - -
Vooruitbetaalde kosten 5.517.005 4.326.837
Totaal 5.517.005 4.326.837

Vooruitbetaalde kosten

31-12-2024 31-12-2023
Licenties 262.787 340.221
Werkweken 265.102 317.656
Overige vooruitbetaalde kosten 4.989.116 3.668.960
Totaal 5.517.005 4.326.837

De vooruitbetaalde kosten zijn hoger doordat er ultimo 2024 meer facturen zijn vooruitbetaald voor hogere bedragen (w.o. voor leermiddelen en uitbestedingsovereenkomsten) dan ultimo 2023.

1.7 Liquide middelen


De post Liquide middelen is opgebouwd uit onderstaande elementen:

31-12-2024 31-12-2023
Kasmiddelen 21.358 22.028
Tegoeden op bankrekeningen 529.648 765.555
Rekening courant tegoed Schatkistbankieren 47.864.780 56.944.887
Overige liquide middelen 313.693 471.916
Totaal 48.729.479 58.204.387

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de instelling per 31 december 2024. In het kasstroomoverzicht is de mutatie van de liquide middelen weergegeven ten opzichte van 2023.

De daling t.o.v. 2023 heeft met name betrekking op het uitgeven van eerder ontvangen NPO-gelden.

De overige liquide middelen betreffen de kruisposten ten aanzien van WisCollectgelden (ouderbijdragen) die al ter beschikking staan van Dunamare onderwijs.

2.1 Eigen vermogen


Het gehele eigen vermogen van Dunamare onderwijs bestaat ultimo 2024 volledig uit publiek vermogen.

Stand per 1-1-2024 Stelselwijziging groot onderhoud Stand per 1-1-2024 (na stelselwijziging) Resultaat Overige mutaties Stand per 31-12-2024
Algemene reserve
Algemene reserve 45.773.102 23.247.445 69.020.547 1.862.240 3.916.772 74.799.559
Bestemmingsreserve (publiek)
Steunfonds (LWOO) 553.066 553.066 641.214 1.194.280
Nationaal Programma Onderwijs 7.664.970 7.664.970 -4.489.128 3.175.842
8.218.036 8.218.036 4.370.122
Andere wettelijke reserves
Geactiveerde ontwikkelingskosten 121.908 121.908 -68.858 53.050
121.908 121.908 53.050
Totaal Eigen vermogen 54.113.046 23.247.445 77.360.491 1.862.240 - 79.222.731

Wettelijke reserve geactiveerde ontwikkelingskosten

Een wettelijke reserve voor geactiveerde ontwikkelingskosten is verplicht op basis van artikel 2:373 lid 4 BW. Investeringen in ontwikkelingskosten onder de immateriële activa zijn in deze reserve opgenomen als afzonderlijk component van het eigen vermogen. Deze wettelijke reserve muteert ter hoogte van de mutaties in de boekwaarde van de geactiveerde ontwikkelingskosten als gevolg van (des)investeringen en afschrijvingen daarop.


Bestemmingsreserve NPO

In de periode van het Nationaal Programma Onderwijs, voor het eerst in 2021, zijn er gelden ontvangen inzake het Nationaal Programma Onderwijs. Deze ontvangen gelden zijn volledig in de baten van het boekjaar genomen conform de Handreiking verantwoording Nationaal Programma Onderwijs. De niet in het boekjaar bestede middelen zijn opgenomen in de bestemmingsreserve. Deze gelden uit de bestemmingsreserve worden ingezet conform de doelstelling van het Nationaal Programma Onderwijs. Het bestuur heeft deze beperking aangebracht.


Bestemmingsreserve Steunfonds (LWOO)

In de periode 2022 tot 2025 geeft het Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland bijdragen aan Dunamare t.b.v. het opvangen van de toekomstige lagere bijdrage LWOO vanuit het Rijk. De reserve zal de komende jaren toenemen door bijdragen vanuit het samenwerkingsverband tot aan 2025. Dunamare bepaalt daarna zelf het jaarlijks in te zetten bedrag, overgangsperiode en verdeling onder de LWOO-scholen in Zuid-Kennemerland vanuit deze bestemmingsreserve.


Bestemming saldo staat baten en lasten

Voorstel tot resultaatbestemming. Het resultaat over 2024 is met goedkeuring van de Raad van Toezicht als volgt bestemd en reeds verwerkt in de jaarrekening:


Bestemming saldo staat baten en lasten

Toevoeging algemene reserve resultaat 1.862.240
Toevoeging algemene reserve 3.916.772
Onttrekking BR Nationaal Programma Onderwijs -4.489.128
Toevoeging BR Steunfonds (LWOO) 641.214
Onttrekking WR ontwikkelingskosten -68.858
Nettoresultaat 1.862.240

Segmentatie


Het resultaat ad € 1.862.240 kan als volgt opgesplitst worden tussen vo en po, conform onderstaande segmentatie:

Segmentatie

Ref. VO 2024 PO 2024
Baten
Rijksbijdragen 3.1 167.853.392 16.644.168
Overige overheidsbijdragen en – subsidies 3.2 2.168.119 41.345
Overige baten 3.5 7.680.439 374.793
Totaal baten 177.701.950 17.060.306
Lasten
Personeelslasten 4.1 135.870.483 13.011.580
Afschrijvingen 4.2 6.165.798 283.988
Huisvestingslasten 4.3 11.378.107 619.210
Overige lasten 4.4 25.293.308 2.179.024
Totaal lasten 178.707.696 16.093.803
Saldo baten en lasten -1.005.746 966.504
Financiële baten en lasten 5 1.901.482 -
Nettoresultaat 895.736 966.504
Rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen - -
Totaalresultaat 895.736 966.504

Het resultaat po 2024 bestaat uit het exploitatiesaldo van de scholen vallend onder de BRIN 18EC. Er resteren twee scholen onder de BRIN 18EC en daarmee segmentatie po.


Resultaat PO en VO in 2024

2024
Resultaat VO 895.736
Resultaat PO 966.504
Resultaat staat van baten en lasten 2024 1.862.240

2.2 Voorzieningen

31-12-2024 31-12-2023
Personeelsvoorzieningen 14.050.533 12.774.229
Voorziening groot onderhoud - 23.247.445
Totaal 14.050.533 36.021.674

Het verloop van de voorzieningen kan als volgt worden weergegeven:

Personeels- voorzieningen Voorziening groot onderhoud Totaal
Stand per 1 januari 2024 12.774.229 23.247.445 36.021.674
Stelselwijziging 2024 Groot Onderhoud - -23.247.445 -23.247.445
Stand per 1 januari 2024 na stelselwijziging 12.774.229 - 12.774.229
Dotaties 7.694.832 - 7.694.832
Ontrekkingen -5.408.146 - -5.408.146
Vrijval -936.963 - -936.963
Rente mutaties (bij contante waarde) -73.419 - -73.419
Stand per 31 december 2024 14.050.533 - 14.050.533
Kortlopend deel < 1 jaar 2.222.328 - 2.222.328
Langlopend deel > 1 jaar 11.828.205 - 11.828.205

Personeelsvoorzieningen

ADV spaarverlof Langdurig zieken WW/WOVO Recuperatie verlof Jubilea WAB Generatie-regeling Totaal
Stand per 1 januari 2024 391.800 1.254.777 391.402 7.997.668 1.587.659 402.351 748.572 12.774.229
Dotaties 47.790 1.489.128 85.046 5.270.597 303.257 235.150 263.864 7.694.832
Ontrekkingen -30.298 -340.026 -53.340 -4.384.803 -167.136 -269.166 -163.377 -5.408.146
Vrijval - -800.298 -33.658 - - - -103.007 -936.963
Rente mutaties (bij contante waarde) - - - - -74.178 - 759 -73.419
Stand per 31 december 2024 409.292 1.603.581 389.450 8.883.462 1.649.602 368.335 746.811 14.050.533
< 1 jaar 1.670 1.294.252 141.468 pm 178.613 367.976 238.349 2.222.328
> 1 jaar 407.622 309.329 247.982 pm 1.470.989 359 508.462 2.944.743


Gezien het karakter van de voorzieningen Recuperatieverlof is er geen goede inschatting te maken inzake de resterende looptijden, met name voor het deel langer dan 1 jaar. In het verloopoverzicht zijn deze derhalve als pro memorie (pm) opgenomen.

De stijging van de voorzieningen is met name het gevolg van de gestegen lonen uit de CAO VO, wat vooral terugkomt in de voorziening recuperatieverlof.

De relatief hoge mutatie in de voorziening langdurig zieken in 2024 heeft te maken met het feit dat deze voorziening een momentopname van langdurige zieken en de inschatting van herstel daarvan. Ultimo 2024 is de inschatting voor een groot aantal medewerkers lastig te maken waardoor er voorzichtigheidshalve meer is voorzien voor deze medewerkers.

Voorziening groot onderhoud

Stand voorziening groot onderhoud per 1-1-2024 Stelsel-wijziging groot onderhoud Stand voorziening groot onderhoud per 1-1-2024 (na stelselwijziging)
Stand per 1 januari 2024 23.247.445 -23.247.445 -
Dotaties - - -
Ontrekkingen - - -
Vrijval - - -
Rente mutaties (bij contante waarde) - - -
Stand per 31 december 2024 23.247.445 - -
Kortlopend deel < 1 jaar - - -
Langlopend deel > 1 jaar - - -

Per 2024 worden kosten van groot onderhoud verwerkt als materieel vast actief. Derhalve is conform de stelselwijziging in 2024 de voorziening groot onderhoud per 1 januari 2024 geheel ten gunste gekomen van het eigen vermogen. Zie ook paragraaf ‘Stelselwijziging’ in de algemene grondslagen.

2.4 Kortlopende schulden

31-12-2024 31-12-2023
Crediteuren 5.840.050 4.463.163
Belastingen en premies sociale verzekeringen 6.613.370 6.183.310
Schulden ter zake van pensioenen 1.810.858 1.664.344
Overige kortlopende schulden 137.909 140.433
Vooruitontvangen geoormerkte subsidies OCW (G2) 2.314.019 4.301.481
Vooruitontvangen niet geoormerkte- en geoormerkte subsidies OCW (G1) en overig 2.743.879 2.276.450
Vooruitontvangen investeringssubsidies 38.636 6.571.173
Vakantiegeld en -dagen 4.692.010 4.494.493
Overige overlopende passiva 5.113.477 2.323.105
Totaal 29.304.209 32.417.953

De kortlopende schulden hebben allen een resterende looptijd van korter dan een jaar.

De boekwaarde van de opgenomen kortlopende schulden benadert de reële waarde, gegeven het kortlopende karakter van de schulden.

Schulden ter zake van belastingen en premies sociale verzekeringen

31-12-2024 31-12-2023
Loonheffing 6.496.583 6.085.421
Omzetbelasting 116.787 97.889
Totaal 6.613.370 6.183.310

Schulden ter zake van pensioenen

Dit betreft voornamelijk de nog af te dragen premies aan het pensioenfonds ABP over december 2024.


Overige kortlopende schulden

Dit betreft een aantal gereserveerde bedragen voor o.a. personeelsfonds en leerlingenverenigingen.


Vooruit ontvangen geoormerkte subsidies OCW (G2)

Deze post bestaat uit de vooruitontvangen gelden inzake Sterk Techniek Onderwijs, pilot praktijkgericht programma voor gl en tl en enkele ventilatiesubsidies, zie ook model G2. Het vooruit ontvangen bedrag is ultimo 2024 sterk gedaald door de uitgaven 2024 voor NPO en de ventilatiesubsidies.


Vooruitontvangen niet-geoormerkte- en overige subsidies OCW (G1)

Deze post bestaat voornamelijk uit ontvangen, nog te besteden gelden inzake subsidieregeling verbetering basisvaardigheden (circa 1,6 mln. euro ultimo 2024), subsidie heterogene brugklassen (circa 0,1 mln. euro ultimo 2024), Subsidie Onderwijsregio’s (circa 0,2 mln. euro ultimo 2024), subsidie Digitale School (circa 0,3 mln. euro ultimo 2024), studieverlof en zijinstroom. Deze gelden hebben betrekking op het schooljaar 2024-2025, waarbij 7/12-deel wordt toegerekend aan 2025, of geheel op kalenderjaar 2025 en verder. Zie ook model G1 v.w.b. de G1-subsidies.


Vooruitontvangen investeringssubsidies

Dit betrof voorgaand jaar, ultimo 2023, een subsidie van de gemeente inzake vervangende nieuwbouw voor het Hoofdvaart College/ Praktijkschool De Linie. Inmiddels overstijgen de kosten de vooruit ontvangen subsidie en is het saldo ultimo 2024 daarom nihil. Restant betreft overige vooruitontvangen subsidies voor investeringen.


Vakantiegeld en -dagen

Deze post bestaat uit de reeds opgebouwde rechten voor vakantiegeld voor medewerkers van Dunamare. Het vakantiegeld wordt in mei 2025 uitbetaald. Er is geen reservering voor de vakantiedagen opgenomen, aangezien niet-onderwijsgevend personeel ook zo veel mogelijk de schoolvakanties volgt.

Overige overlopende passiva

31-12-2024 31-12-2023
Vooruitontvangen ouderbijdragen incl. werkweken 1.572.755 1.583.036
Vooruitontvangen subsidies samenwerkingsverbanden 167.750 3.208
Vooruitontvangen subsidies overig 667.332 199.328
Nog te betalen kosten 2.654.217 455.280
Overige passiva 51.423 82.253
Totaal 5.113.477 2.323.105

De overige overlopende passiva zijn voornamelijk gestegen doordat als gevolg van de bekendmaking van de nieuwe CAO VO, de eenmalige nabetaling over 2024 van circa € 1,6 miljoen als nog te betalen kosten is opgenomen ultimo 2024. Deze is januari 2025 met het salaris uitbetaald.

Overzicht geoormerkte subsidies OCW

G1

Subsidies waarbij het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

G1 subsidies

Toewijzing De activiteiten zijn ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel uitgevoerd en afgerond
Omschrijving Kenmerk Datum Status
Zij-instromers VO2021 1126210-1 22-03-2021 JA
Zij-instromers VO2021 1177000-1 21-09-2021 NEE
Zij-instromers VO2021 1189644-1 21-12-2021 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2021 1189681-1 21-12-2021 JA
Zij-instromers VO2021 1212673-1 22-02-2022 JA
Zij-instromers VO2022 1253454-1 20-05-2022 JA
Zij-instromers VO2022 1308544-1 20-12-2022 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2022 1288179-1 22-11-2022 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2022 1308208-1 20-12-2022 JA
Zij-instromers VO2023 100004200-1 21-02-2023 JA
Zij-instromers VO2023 1340387-1 20-06-2023 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2023 100007723-1 22-08-2023 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2023 100011236-1 19-12-2023 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2023 100008931-1 21-11-2023 NEE
Zij-instromers VO2023 100011195-1 19-12-2023 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2023 100011264-1 19-12-2023 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 100012628-01 20-02-2024 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 100016062-01 22-04-2024 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 100016760-01 21-05-2024 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 100016867-01 20-06-2024 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 100016876-01 20-06-2024 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 1409454-01 20-06-2024 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 100017625-01 20-08-2024 JA
Zij-instromers VO2024 100017965-01 22-10-2024 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 100018071-01 20-11-2024 ONDERHANDEN
Zij-instromers VO2024 100021734-01 19-12-2024 ONDERHANDEN
Doorstroomprogramma po-vo DPOVO22094 28-07-2022 JA
Doorstroomprogramma po-vo DPOVO22095 28-07-2022 JA
Regionale Aanpak Personeelstekort PO, VO & MBO RAP220005 28-07-2022 JA
Regionale Aanpak Personeelstekort PO, VO & MBO RAP23032 02-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2022-2023 1278441-1 22-08-2022 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2022-2023 1278296-1 22-08-2022 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2022-2023 1277942-1 22-08-2022 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2022-2023 1277931-1 22-08-2022 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2022-2023 1279736-1 20-09-2022 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1349747-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1350083-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1350073-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1349383-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1349796-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1350244-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1349495-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1349917-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1350025-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1349420-1 22-08-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2023-2024 1366881-2 21-11-2023 JA
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1413948-1 20-08-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1416681-1 20-09-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1414532-1 20-08-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1415014-1 20-08-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1415006-1 20-08-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1445333-1 22-11-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1414912-1 20-08-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1414918-1 20-08-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1414890-1 20-08-2024 ONDERHANDEN
Lerarenbeurs- Studieverlof 2024-2025 1414818-1 20-08-2024 ONDERHANDEN
Aanvullende subs. Praktijkgericht Progr GL TL GLTL21R20003 09-12-2021 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden VBV22-VO-3905 11-11-2022 JA
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden VBV22-PO-4402 11-11-2022 JA
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2023 VBV23-VO-1898 31-05-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2023 VBV23-VO-4558 14-12-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2023 VBV23-VO-1437 31-05-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2023 VBV23-VO-1817 31-05-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2023 VBV23-VO-2711 31-05-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2023 VBV23-VO-3403 31-05-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0774 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-2557 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-2363 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0692 17-06-2024 JA
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0699 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0448 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0187 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0844 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0843 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0841 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-0757 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-1413 17-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling verbetering basisvaardigheden voor scholen 2024 VBV24-VO-1417 22-07-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB210108 08-02-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB210133 08-02-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB210134 08-02-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB210233 08-02-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB210278 08-02-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB210316 08-02-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB210415 08-02-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB22011 01-06-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB22012 01-06-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB22054 29-06-2022 JA
Subsidieregeling heterogene brugklassen SHB322015 15-11-2022 ONDERHANDEN
Subsidieregeling structureel voorkomen onnodig zittenblijven vo 2021-2023 VOZ23070 31-05-2023 JA
Subsidieregeling structureel voorkomen onnodig zittenblijven vo 2021-2023 VOZ23106 01-06-2023 JA
Subsidieregeling internationalisering funderend onderwijs IFO23003 18-01-2023 JA
Subsidieregeling praktijkgerichte havo PHAVO23098 15-08-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling Onderwijspersoneel opleiding tot leraar SOOLVO24148 31-10-2024 NEE
Subsidieregeling Onderwijspersoneel opleiding tot leraar SOOL23VO061 11-09-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling Onderwijspersoneel opleiding tot leraar SOOL23VO029 08-09-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling Onderwijspersoneel opleiding tot leraar SOOL23VO030 04-09-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling praktijkgericht vak gl en tl PGLTL240006 04-07-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling praktijkgericht vak gl en tl PGLTL240109 04-07-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling praktijkgericht vak gl en tl PGLTL240368 04-07-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling praktijkgericht vak gl en tl PGLTL240018 04-07-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling Ontwikkelkracht 2024/2025 OWK240065 05-06-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling digitale school 2024 DS2024005 06-11-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling brugfunctionaris BRF-24-552 08-05-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling Statushouders en de stap naar de klas SVDK230001 04-12-2023 ONDERHANDEN
Subsidieregeling Statushouders en de stap naar de klas SVDK230030 04-12-2023 JA
Subsidieregeling Statushouders en de stap naar de klas SVDK240020 23-10-2024 ONDERHANDEN
Subsidieregeling Statushouders en de stap naar de klas SVDK240019 23-10-2024 NEE

ONDERHANDEN = Subsidie loopt nog conform de subsidieverplichtingen.

JA = De subsidie is afgerond conform subsidieverplichtingen.

NEE = De subsidie is afgerond in strijd met de subsidieverplichtingen.

G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule

G2a

Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, aflopend per ultimo verslagjaar

Omschrijving Toewijzing Bedrag van de toewijzing Ontvangen t/m vorig verslagjaar Totale subsidiabele kosten t/m vorig verslagjaar Saldo per 1 januari verslagjaar Ontvangen in verslagjaar Subsidiabele kosten in verslagjaar Te verrekenen per 31 december verslagjaar
Kenmerk Datum
- - - - - - -
Totaal - - - - - - -

G2b

Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, doorlopend tot in een volgend verslagjaar

Omschrijving Toewijzing Bedrag van de toewijzing Ontvangen t/m vorig verslagjaar Totale subsidiabele kosten t/m vorig verslagjaar Saldo per 1 januari verslagjaar Ontvangen in verslagjaar Subsidiabele kosten in verslagjaar Saldo per 31 december verslagjaar
Kenmerk Datum
Subsidieregeling sterk techniek onderwijs 2020-2023 (artikel 1.12 lid 1) STO19007 01-07-2019 6.906.096 6.906.096 6.705.904 200.192 1.726.524 1.696.291 230.425
Subsidieregeling sterk techniek onderwijs 2020-2023 (artikel 1.12 lid 1) STO19008 01-07-2019 5.395.866 5.395.866 4.691.946 703.919 1.348.967 1.575.235 477.651
Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl (artikel 11 lid 1) GLTL20072 30-11-2020 158.300 158.300 108.495 49.805 - 18.542 31.263
Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl (artikel 11 lid 1) GLTL20232 30-11-2020 161.982 161.982 97.811 64.171 - 33.271 30.901
Maatwerkregeling Ventilatie op scholen * VENT-V-22003 16-03-2023 1.224.515 1.224.515 - 1.224.515 - - 1.224.515
Maatwerkregeling Ventilatie op scholen * VENT-V-23008 29-06-2023 1.755.579 1.755.579 - 1.755.579 - 1.445.295 310.284
Maatwerkregeling Ventilatie op scholen * VENT-V-23009 29-06-2023 303.299 303.299 - 303.299 - 276.578 26.721
Totaal 15.905.637 15.905.637 11.604.156 4.301.481 3.075.491 5.045.211 2.331.760

* De subsidie Maatwerkventilatie op scholen is in mindering gebracht op de subsidiabele investeringen in de materiële vaste activa in uitvoering.

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen


Verhuur

In verband met de intensieve samenwerking met NOVA/mbo Maritiem Onderwijs in Harlingen is in 2007 besloten om een nieuw schoolgebouw te realiseren en dat gedeeltelijk te verhuren aan het ROC NOVA College.

Contractueel is vastgelegd dat het ROC NOVA College het gebouw voor een periode van 10 jaar huurt met een optie tot verlengen per 5 jaar. Het NOVA College betaalt een maandelijks vast huurbedrag. Het huidige contract loopt tot 31 augustus 2030.


Huur

Overzicht huurverplichtingen ultimo 2024 inclusief BTW:

Jaarbedrag Resterende looptijd Verplichting Binnen 1 jaar Binnen 1-5 jaar
Huur pand BsB 235.000 4 jaar en 9 maanden 1.100.000 235.000 865.000
Huur Nova 1.000.000 5 maanden 400.000 400.000 -
Huur kluisjes 100.000 diverse (2025-2039) 1.000.000 100.000 500.000
Totaal 2.500.000 735.000 1.365.000

Huur pand Bestuurs- en Servicebureau
Per 1 oktober 2024 is er een nieuw huurcontract aangegaan aan de Diakenhuisweg te Haarlem tot en met 30 september 2029. De huur bedraagt € 235.000 per jaar inclusief BTW en bevat zowel de huur van het deel van het pand als de parkeerplaatsen. Er is een bankgarantie voor de huur afgegeven van € 40.572 welke hoger is dan de bankgarantie van € 37.572 uit het contract en derhalve ultimo 2024 niet is aangepast.

De resterende looptijd ultimo 2024 is 4 jaar en 9 maanden. De totale verplichting is daarmee € 1,1 miljoen.


Huur Nova
Dunamare onderwijs heeft in 2005 een huurovereenkomst met het Nova College gesloten voor de huisvesting voor de leerlingen van het Hoofdvaart College. Het huurcontract loopt tot en met 1 juni 2025 door de verhuizing van het Hoofdvaart College naar de nieuwbouw Avantis College. Dunamare betaalt per kwartaal € 239.000. Dunamare ontvangt van de gemeente Haarlemmermeer een volledige vergoeding voor deze huurkosten met aftrek van circa € 23.000 voor een heel jaar, voor 2025 zal dit naar rato tot juni 2025 worden verrekend. Deze aftrek bestaat uit de rijksvergoeding materiële instandhouding van de gebouwen.


Huur kluisjes

Verder heeft Dunamare nog contracten lopen inzake huur van kluisjes die Dunamare ter beschikking stelt aan de leerlingen. Het betreft contracten voor een aantal scholen. In totaal bedraagt dit circa € 100.000 op jaarbasis.


Leaseverplichtingen

Dunamare heeft in totaal vier leaseauto’s beschikbaar gesteld aan personeelsleden. De leasebetalingen worden lineair over de leaseperiode in de staat van baten en lasten verwerkt. De resterende looptijd kan als volgt worden gespecificeerd (bedragen exclusief brandstof):

Overzicht leaseverplichtingen ultimo 2024 inclusief BTW:

Contract Jaarbedrag Resterende looptijd Verplichting Binnen 1 jaar Binnen 1- 5 jaar
Contract 1 12.800 10 maanden 12.800 12.800 -
Contract 2 2.000 2 maanden 2.000 2.000 -
Contract 3 11.400 18 maanden 17.100 11.400 5.700
Contract 4 10.300 19 maanden 16.300 10.300 6.000
Totaal 48.200 36.500 11.700

Inkoopverplichtingen

Dunamare onderwijs sluit centraal voor diverse producten en diensten contracten af. Het betreft producten die wij conform de Aanbestedingswet 2012 Europees moeten aanbesteden.

De scholen sluiten zelf de contracten af die niet onder de Aanbestedingswet 2012 vallen en daarmee zijn de scholen zelf verantwoordelijk voor deze contracten. De scholen moeten deze contracten conform het vastgestelde Inkoopbeleid van Dunamare onderwijs afsluiten.

Onderstaand overzicht geeft de onderdelen weer waarvoor Dunamare onderwijs langlopende overeenkomsten heeft afgesloten.


Inkoopverplichtingen

Onderdeel Begindatum Einddatum Looptijd in maanden Resterende looptijd in maanden Contractwaarde per jaar (incl. BTW)
         
Schoolboeken 15-02-2021 31-07-2025 53 7 3.400.000
Schoonmaak 01-01-2020 31-12-2026 72 24 2.800.000
Energie - elektriciteit 01-01-2024 31-12-2027 48 36 1.100.000
Energie - gas 01-01-2025 31-12-2028 48 48 900.000
Afdrukapparatuur 01-07-2024 01-07-2031 84 78 440.000
Communicatiesystemen 04-07-2022 04-07-2025 36 7 300.000
Afval 01-05-2024 30-04-2034 120 112 230.000
Cloud- en netwerkbeheer 08-11-2024 08-11-2026 24 22 150.000
Mobiele telefonie 01-07-2020 01-07-2026 72 30 110.000
Accountant 19-08-2020 19-08-2026 72 20 110.000
Totaal 9.540.000

Investeringsverplichtingen

Naast de inkoopverplichtingen heeft Dunamare onderwijs ook een aantal investeringsverplichtingen ten aanzien van grote lopende (ver)bouwprojecten lopen ultimo 2024, waaronder: nieuwbouw Hoofdvaart College / Praktijkschool De linie. Nog te factureren termijnen van circa € 1,3 miljoen euro in 2025. Deze nieuwbouw wordt voor het overgrote deel gedekt door de bijdrage van de gemeente Haarlemmermeer. 

Financiële instrumenten


Algemeen

Dunamare maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstelt aan markt-, rente-, kasstroom-, krediet- en liquiditeitsrisico. De stichting is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico’s. Ook heeft de stichting geen beleggingen en loopt zij derhalve ook geen prijsrisico’s hierop.

Om deze risico’s te beheersen, heeft de instelling een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de entiteit te beperken. De instelling zet afgeleide financiële instrumenten uitsluitend in om renterisico’s te beheersen.


Kredietrisico

Dunamare loopt kredietrisico over handels- en overige vorderingen en liquide middelen. Het maximale kredietrisico dat Dunamare loopt bedraagt € 51,5 miljoen, bestaande uit de vorderingen exclusief vooruitbetaalde kosten (€ 2,8 miljoen) en de liquide middelen (€ 48,7 miljoen).

Het kredietrisico op de liquide middelen wordt beperkt geacht.


Het kredietrisico op vorderingen is geconcentreerd bij meerdere tegenpartijen (of economisch verbonden tegenpartijen). Met de partijen waar we een relatief hoge vordering op hebben ultimo 2024 hebben wij lange relaties; zij hebben altijd aan hun betalingsverplichtingen voldaan.

De vorderingen exclusief vooruitbetaalde kosten bestaan voornamelijk uit vorderingen op debiteuren en overige overheden. De kredietkwaliteit van deze vorderingen kan als volgt worden weergegeven:
2024:    € 2,8 miljoen
2023:    € 2,3 miljoen

Tegenpartij (relatie langer dan 6 maanden) zonder kredietverliezen in het verleden.

Dunamare heeft in het boekjaar geen bijzondere waardeverminderingen verwerkt op de vorderingen (2023: idem).


Mitigerende aspecten

De liquide middelen worden per maart 2020 middels Schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën aangehouden. Daarbij is er sprake van een zeer beperkt kredietrisico.

De restant liquide middelen zijn bij een Nederlandse systeembank geplaatst. Deze bank (Rabobank) kent een long term rating van A+ op basis van S&P ultimo 2024 voor de langetermijnmarkt. Het bestuur acht het kredietrisico hierover aanvaardbaar.


Renterisico en kasstroomrisico

De entiteit loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden. Voor vorderingen en schulden met variabel rentende renteafspraken loopt de entiteit risico ten aanzien van toekomstige kasstromen en met betrekking tot vastrentende leningen reële waarde risico. Dit risico is echter beperkt aangezien er geen langlopende schulden ultimo 2024 zijn met een variabele rente. Tevens staan geen afgeleide instrumenten uit per ultimo 2024.


Liquiditeitsrisico

De entiteit bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het College van Bestuur ziet erop toe dat voor de instelling steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om aan de verplichtingen te voldoen.


Mitigerende maatregelen

De instelling ziet erop toe dat er voldoende opvraagbare tegoeden zijn om gedurende een periode van 60 dagen de verwachte operationele kosten te dekken, inclusief het voldoen aan de financiële verplichtingen. Hierin is geen rekening gehouden met het eventuele effect van extreme omstandigheden die redelijkerwijs niet kunnen worden voorspeld, zoals natuurrampen.


Reële waarde

De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en kortlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan.

Toelichting op de staat van baten en lasten

3.1 Rijksbijdragen

  2024 Begroting 2024 2023
 
Rijksbijdragen OCW 155.372.943   137.572.002   146.190.917  
Overige subsidies OCW 11.239.245   12.454.970   15.562.713  
Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV 17.885.372   15.059.266   18.005.957  
Rijksbijdragen   184.497.560   165.086.239   179.759.586
Geoormerkte subsidies 3.334.984   3.872.406   3.452.360  
Niet-geoormerkte subsidies 7.904.261   8.582.564   12.110.353  
Overige subsidies OCW   11.239.245   12.454.970   15.562.713

De totale rijksbijdragen van € 184 miljoen zijn € 4 miljoen hoger dan over 2023.

De rijksbijdragen OCW van € 155 miljoen zijn € 9 miljoen hoger dan over 2023 en de afwijkingen bestaan uit:

  • hogere personele bekostiging door de CAO-stijging;
  • hogere bekostiging nieuwkomers door tarieven en aantallen;
  • hogere bekostiging onderwijskansen VO.

De hogere realisatie ten opzichte van de begroting 2024 ontstaat doordat tijdens het opstellen van de schooljaarbegrotingen 2023/2024 en 2024/2025 niet alle effecten van de bekostiging bekend waren.

De overige subsidies OCW (geoormerkt en niet-geoormerkt) van € 11,2 miljoen zijn lager dan begroot (-€ 1 miljoen) én lager dan realisatie 2023 (-€ 4 miljoen).

De doorbetalingen van het samenwerkingsverband zijn stabiel gebleven met € 18 miljoen.
Schoolleiders zijn voorzichtig geweest met het begroten van subsidies en inkomsten uit samenwerkingsverbanden waarover nog geen definitieve vaststelling had plaatsgevonden waardoor de realisatie circa € 3 miljoen hoger is dan begroot.

3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies

  2024   Begroting 2024   2023  
 
Overige overheidsbijdragen -   26.775   -  
Gemeentelijke bijdragen en subsidies 2.209.465   1.706.693   2.361.054  
Totaal Overige overheidsbijdragen en -subsidies   2.209.465   1.733.468   2.361.054

In de overige overheidsbijdragen en - subsidies zijn de bijdragen vanuit de gemeenten verantwoord; deze vergoedingen hebben met name betrekking op WOZ-heffingen en huurkosten.

De realisatie van de overige overheidsbijdragen en subsidies ligt in lijn met de begroting 2024 en de realisatie over 2023. De realisatie 2024 is hoger dan de begroting doordat de toegekende subsidie HAVO van de gemeente Haarlem van € 0,5 miljoen euro niet was begroot.

3.5 Overige baten

  2024   Begroting 2024   2023  
 
Verhuur   425.049   423.942   402.139
Detachering personeel   262.206   270.330   421.499
Ouderbijdragen   3.760.519   3.667.333   3.826.088
Projectgelden 1.788.755   910.083   1.093.693  
Kantine verkopen 219.135   133.542   192.429  
Kluisjesverhuur 2.592   83.970   60.746  
Overdrachtsmiddelen leerlingen 275.671   112.000   106.489  
Overige 1.321.304   765.642   901.119  
Overige   3.607.458   2.005.237   2.354.476
Totaal   8.055.232   6.366.842   7.004.202

De overige baten liggen in lijn met 2023 en zijn iets hoger dan voorgaand jaar.

4.1 Personeelslasten

  2024   Begroting 2024   2023  
 
Brutolonen en salarissen 108.017.926   100.230.216   101.766.121  
Sociale lasten 15.741.205   12.358.457   14.595.983  
Pensioenpremies 15.366.304   14.211.711   14.184.308  
Lonen en salarissen   139.125.435   126.800.384   130.546.411
Mutatie personele voorzieningen 1.310.458   3.218.261   1.054.986  
Personeel niet in loondienst 5.327.865   2.135.236   5.993.761  
Scholing personeel 1.979.168   2.109.707   1.752.302  
Overig 2.519.568   2.413.044   2.562.821  
Overige personele lasten   11.137.060   9.876.247   11.363.870
Af: Uitkeringen   -1.380.431   -339.250   -1.287.626
Totaal   148.882.063   136.337.381   140.622.655

De personele lasten van € 148 miljoen zijn € 8 miljoen hoger dan over 2023 en de grootste afwijkingen bestaan uit:

  • een hogere gemiddelde personele last n.a.v. nieuwe CAO;
  • een hogere personele last voor de eenmalige nabetaling n.a.v. de nieuwe CAO VO van € 1,6 miljoen.


De personele lasten zijn € 12 miljoen hoger dan de begroting 2024 en de grootste afwijkingen zijn:

  • Een hogere gemiddelde personele last n.a.v. nieuwe CAO (circa € 7 miljoen t.o.v. begroting);
  • Hogere kosten inhuur personeel van € 3,1 miljoen meer (onder andere door inzet in nationaal programma onderwijs en door het personeelstekort);
  • Hogere beschikte uitkeringen á € 1 miljoen. De scholen begroten deze uitkeringen jaarlijks erg voorzichtig en er vooraf niet altijd goed in te schatten is voor hoeveel medewerkers dit zal gaan gelden.


Aantal medewerkers

Gedurende het jaar 2024 waren er gemiddeld 1.455 fte (2023: 1.446 fte) in dienst van Dunamare onderwijs, welke allen werkzaam zijn in Nederland.

De onderverdeling van het aantal fte is als volgt:

-

Aantal medewerkers (fte)

  2024 2023
Directie en management 25 21
Onderwijs ondersteunend personeel 502 477
Onderwijzend personeel 928 948
Totaal 1.455 1.446

Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders


Wet normering topinkomens (WNT)

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Met ingang van 2017 wordt ten aanzien van onderwijsinstellingen het van toepassing zijnde WNT-maximum bepaald op basis van een aantal criteria. Deze criteria betreffen totale baten, aantal leerlingen/studenten en aantal gewogen onderwijssoorten. De WNT is van toepassing op Dunamare onderwijs. Het voor Dunamare onderwijs toepasselijke bezoldigingsmaximum is in 2024 €233.000 (2023: € 223.000), zijnde het bezoldigingsmaximum voor het onderwijs, klasse G. De Raad van Toezicht heeft in haar vergadering van 12 december 2024 ook deze indeling van Dunamare onderwijs in klasse G vastgesteld. De complexiteitspunten per criterium:

-

Complexiteitspunten

Criterium Complexiteitspunten
Driejaarsgemiddelde van de totale baten per kalenderjaar: 9
Driejaarsgemiddelde van het aantal bekostigde leerlingen: 4
Het gewogen aantal onderwijssoorten of sectoren: 5
Totaal aantal complexiteitspunten 18

Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van Raad van Toezicht; dit bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum. In verslagjaar 2024 is de WNT norm niet overschreden, zoals blijkt uit onderstaande toelichting.

1a. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling

Gegevens 2024
bedragen x € 1
H.H. Post   A.L. van Loenen
Functiegegevens Voorzitter college van bestuur   Lid college van bestuur
Aanvang en einde functievervulling in 2024 1/1 - 31/12   1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1   1
Dienstbetrekking? Ja   Ja
Bezoldiging
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 193.030   181.370
Beloningen betaalbaar op termijn 23.660   23.611
Subtotaal 216.690   204.981
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 233.000   233.000
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t.   N.v.t.
Bezoldiging 216.690   204.981
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t.   N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.   N.v.t.
Gegevens 2023
bedragen x € 1
H.H. Post   A.L. van Loenen
Functiegegevens Voorzitter college van bestuur   Lid college van bestuur
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1/1 - 31/12   1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1   1
Dienstbetrekking? Ja   Ja
Bezoldiging  
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 184.455   173.545
Beloningen betaalbaar op termijn 22.924   23.007
Subtotaal 207.379   196.552
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 223.000   223.000
Bezoldiging 207.379   196.552

1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 t/m 12 in 2024

Voor het verslagjaar 2024 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare onderwijs.

1c. Toezichthoudende topfunctionarissen

Gegevens 2024
bedragen x € 1
R.H. Dubbeldeman F.C. Azimullah S. Haringa R.K. van Rijn J.S. Duttenhofer B. Gün D.H. Nelisse
Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid
Aanvang en einde functievervulling in 2024 1/1 -
31/12
1/1 -
20/4
1/1 -
31/12
1/1 -
31/12
1/1 -
31/12
1/1 -
31/12
15/3 -
31/12
Bezoldiging
Bezoldiging 15.728 3.494 10.485 10.485 10.485 10.485 8.738
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 34.950 7.066 23.300 23.300 23.300 23.300 18.589
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Bezoldiging 15.728 3.494 10.485 10.485 10.485 10.485 8.738
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.
Gegevens 2023
bedragen x € 1
R.H. Dubbeldeman F.C. Azimullah S. Haringa R.K. van Rijn J.S. Duttenhofer B. Gün  
Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid
Aanvang en einde functievervulling in 2023 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12
Bezoldiging
Bezoldiging 15.053 10.035 10.035 10.035 10.018 10.035
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum 33.450 22.300 22.300 22.300 22.300 22.300

1d. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van € 2.100 of minder

Voor het verslagjaar 2024 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare onderwijs.


1e. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 2.100

Voor het verslagjaar 2024 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare onderwijs.


1f. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van meer dan € 2.100 waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is

Voor het verslagjaar 2024 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare onderwijs.


1g. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van € 2.100 of minder waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is

Voor het verslagjaar 2024 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare onderwijs.


2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen

Voor het verslagjaar 2024 is dit onderdeel van de WNT niet van toepassing bij Dunamare onderwijs.


3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT

Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2024 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.

4.2 Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa

  2024 Begroting 2024 2023
 
Immateriële vaste activa 68.858 77.858 81.461
Materiële vaste activa 6.016.575 6.426.824 5.326.975
Boekwaarde desinvesteringen 364.354 - -
Totaal 6.449.787 6.504.682 5.408.436

4.3 Huisvestingslasten

  2024 Begroting 2024 2023
 
Huur 2.020.721 1.565.652 1.870.132
Verzekeringen - 10.000 14.205
Onderhoud 2.095.884 1.627.695 1.217.568
Energie en water 3.127.067 3.629.628 4.059.888
Schoonmaakkosten 3.324.191 2.805.792 3.055.098
Heffingen 863.507 733.766 756.469
Dotatie onderhoudsvoorzieningen - 1.740.033 2.192.430
Overige 565.948 872.326 518.389
Totaal 11.997.318 12.984.891 13.684.179

De huurkosten zijn gestegen als gevolg van gestegen huurkosten NOVA en huur van tijdelijke huisvesting als gevolg van verbouwingen op de scholen.

De kosten van energie zijn gedaald door nieuwe afspraken met onze nieuwe leverancier.

De dotatie onderhoudsvoorzieningen á circa € 2 mln. is in 2024 vervallen a.g.v. de stelselwijziging groot onderhoud. Zie ook paragraaf ‘Stelselwijziging’ in de algemene grondslagen. 

4.4 Overige lasten

  2024   Begroting 2024   2023  
 
Administratie- en beheerslasten   4.171.215   3.058.978   3.186.972
Inventaris, apparatuur en leermiddelen   11.638.954   9.433.366   10.390.510
Wervingskosten 639.816   596.046   757.381  
Representatiekosten 145.904   137.434   130.337  
Kantinekosten 199.290   109.792   162.724  
Schoolactiviteiten 3.617.519   3.313.504   3.599.647  
Contributies/abonnementen 675.516   440.702   572.333  
Verzekeringen 525.905   375.198   451.199  
Kosten leerlingkluisjes 176.689   103.301   93.646  
Projectgelden 770.961   1.702.818   726.262  
Overdrachtsgelden leerlingen 2.020.944   694.273   1.254.626  
Kosten schepen 450.189   449.567   457.373  
Kosten transportmiddelen 140.014   129.740   137.262  
Sterk Techniek onderwijs 1.983.621   2.182.939   1.732.410  
Overig 315.793   162.845   463.932  
    11.662.162   10.398.159   10.539.132
Totaal   27.472.331   22.890.502   24.116.614

De schoolactiviteiten 2024 bestaan uit schoolreizen, werkweken en excursies. Deze lasten vertonen een stabiel beeld t.o.v. 2023, maar wel licht gestegen door prijsstijgingen welke niet te voorkomen waren en wij voor de leerlingen de geplande activiteiten willen door laten gaan.

De overdrachtsgelden leerlingen zijn in 2024 fors gestegen a.g.v. hogere lasten aan uitbestedingsovereenkomsten met o.a. het Nova, Aloysius en het samenwerkingsverband van circa € 0,8 mln.

Accountantshonoraria - De volgende honoraria (inclusief btw) zijn ten laste gebracht van de stichting zoals bedoeld in artikel 2:382a lid 1 en 2 BW:

Accountantshonoraria

  2024 2023
 
Controle jaarverslag 2023 (incl. bekostiging) 3.158 101.640
Controle jaarverslag 2024 (incl. bekostiging) 111.320 -
Andere controlewerkzaamheden 17.379 6.674
Fiscale advisering - -
Niet-controlediensten - -
Totaal 131.857 108.314

De werkzaamheden zijn uitgevoerd door Flynth B.V. voor de controlewerkzaamheden 2023 en 2024, alsmede de andere controlewerkzaamheden.

5. Financiële baten en lasten

  2024 Begroting 2024 2023
 
Rentebaten 1.901.482 325.000 1.851.716
Rentelasten - 55.757 -
Totaal 1.901.482 269.243 1.851.716

In 2024 is er sprake van hoger dan verwachte rentebaten door de hogere huidige rentestanden die afwijken van de economische situatie ten tijde van het opstellen van de begroting. De rentebaten 2024 betreffen met name de ontvangen rente op de rekening Schatkistbankieren.

De begrote rentelasten zijn niet gerealiseerd in 2024 aangezien er geen externe financiering is afgesloten middels langlopende renteleningen, maar de financiering uit eigen middelen wordt gerealiseerd.

Verbonden partijen

Verbonden partijen (Model E)

Naam Juridische vorm Statutaire zetel Code activiteiten Eigen vermogen 31-12-2023 (t-1) Resultaat jaar 2023 (t-1) Totale baten 2023 (t-1) Art. 2:403 BW
Vereniging Samenwerkingsverband VO Zuid-Kennemerland Vereniging Haarlem 4 - Overig 1.390.196 -268.046 30.228.014 Nee
Stichting VO Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden Stichting Aalsmeer 4 - Overig 1.863.660 -1.158.761 27.751.757 Nee
Stichting VO Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Fryslân-Noard Stichting Leeuwarden 4 - Overig 681.765 -44.103 25.126.501 Nee

Omdat de gegevens over het boekjaar 2024 van de partijen nog ontbreken is ervoor gekozen de gegevens van 2023 (t-1) op te nemen in het overzicht verbonden partijen.

Gebeurtenissen na balansdatum


Er hebben geen gebeurtenissen na balansdatum plaatsgevonden.



Statutaire regeling omtrent de resultaatbestemming


De statuten van Dunamare bevatten geen regeling omtrent de resultaatbestemming.